Gezicht op de walkorenmolen "De Oranjeboom" te Leiden, gezien vanaf de Zoeterwoudse singel naar het noord-westen. De molen was één verdieping hoger dan Molenmuseum "De Valk".

Foto: KFL v.d. Woerd, 8-2-1904.
Molen 'de Oranjeboom' De voorloper, korenmolen 't Kalf, werd tijdens de 80-jarige oorlog op de vesting aan de Zijlgracht in 1575 getimmerd en vernieuwd in 1649.
De houten molen werd in 1733 vervangen door een stenen walkorenmolen en verdoopt in de Oranjeboom.
De molen was voorzien van een gedenksteen, die "onder een akelig groenen met prachtige vruchten versierden oranjeboom" de volgende tekst vertoonde: "gestigt door Hendrik van der Heide en Ary Opstal, deerste steen geleit door Willem van der Kluyt den 3 Maart, de laatste door Jan Kook 10 Juny 1734”.

In 1904 werd de molen "geofferd" wegens stadsuitbreiding. In 1941 meldt het bestuur van de Historische vereniging Oud Leiden dat die gevelsteen, die na de sloop van de molen is opgesteld in de Lakenhal, aangebracht zal worden in de gevel van het gebouw van het Zuidelijk Rioolgemaal. Uiteindelijk werd de gevelsteen echter ingemetseld in de gevel van de Meelfabriek van de firma De Koster aan de Oosterkerkstraat.

Uit het trouwboek van de Pieterskerk te Leiden:
"Hendrik Schaaij, moolenaarsknegt, jongman van Krimpen aan de Lek (gedoopt op 30-09-1740), wonende op de Moole de Oranjeboom huwt op 13-05-1770 met Johanna Kubes, jongedogter van Leijden (gedoopt op 30-08-1750), woonende op de Zijlgragt".